500 gram rauwe garnalen 2 stengels citroengras 2 eetlepels arachideolie 2 kleine verse rode of groene Thaise (of Spaanse) pepertjes, zonder de zaadjes, fijngehakt 3 eetlepels grofgesneden knoflook 2 eetlepels fijngesneden sjalot 3 eetlepels oestersaus 2 eetlepels vissaus 1 eetlepel suiker 2 theelepels garnalenpasta 2 eetlepels fijngesneden verse koriander

Pel de garnalen en verwijder met een scherp mesje de zwarte draad aan de rugzijde. Spoel de garnalen onder koud stromend water en dep ze droog met keukenpapier.
Verwijder de buitenste harde laagjes van het citroengras en plet het zachte middendeel met de platte kant van een mes en hak het fijn.
Verhit een wok of een grote koekenpan op hoog vuur tot hij heet is. Giet de olie erin en voeg, als deze licht begint te dampen, de garnalen toe en roerbak 2 minuten. Schep ze met een schuimspaan uit de pan.
Verhit de wok opnieuw en voeg het citroengras, de pepers, de knoflook en de sjalot toe en roerbak 2 minuten. Schep de garnalen terug in de wok, doe  de oestersaus, de vissaus, de suiker en de garnalenpasta erbij en roerbak 4 minuten.
Bestrooi met de koriander en schep nogmaals goed om.
Doe het gerecht in een schaal en serveer meteen.